woensdag 11 februari 2015

FTAW 2015 - day 4: Educate!

Oftewel: Tubefeeding 101


Vandaag is het onderwerp: onderricht de mensen om je heen (klasgenoten, medewerkers en collega's).
Omdat ik geen klasgenoten, medewerkers en collega's heb krijgen jullie van mij een snelcursus sondevoeding.

Wat is een voedingssonde?

Er zijn verschillende voedingssondes die (al na gelang de situatie) gekozen kunnen worden.
- Neus-maag sondes
Dit zijn sondes die via een neusgat de maag in gaan. Je hebt dan ten alle tijden een slangetje uit je neus hangen.
- Neus-duodenum sondes
Net als de neus-maag sondes gaan deze sondes via de neus naar binnen. Echter gaat deze sonde door tot het duodenale deel van het lichaam (de twaalfvingerige darm ofwel begin van de dunne darm).
- Neus-jejunum sondes
Ook deze gaan via de neus naar binnen. Alleen gaan deze door tot het jejunale deel van het lichaam (verderdoor in de dunne darm).
- Gastrostomie sondes
Deze sondes worden via een fistel (= kleine opening) door de buikwand in de maag geplaatst. Je hebt dan een klein slangetje of knopje uit je buik steken waar de sondevoeding doorheen kan lopen. Een "gewone" gastrostomie komt uit in de maag.
- Gastro-jejunostomie sondes
Deze zijn hetzelfde als de "gewone" gastrostomie maar dan hebben deze sondes nog een extra slangetje lopen die tot in het duodenum of jejunum lopen. Op die manier kan er bijv. medicatie in de maag geleid worden en voeding direct de darm in geleid worden, of een deel van de voeding in de maag en een deel in de darm, of de voeding en medicatie naar de darm geleid worden en het gedeelte van de maag gebruiken om eventuele voeding die terugloopt uit de maag te kunnen halen.
- Jejunostomie sondes
Deze sondes worden ook via een fistel door de buikwand geplaatst maar dan direct in het jejunum. Deze zit dan ook lager dan gastrostomie-sondes.
- Orogastrische sondes

Deze manier wordt zelden gebruikt maar als het niet mogelijk is om via de neus de sonde te plaatsen (bijv. door onderontwikkeling bij prematuren) wordt deze via de mondholte geplaatst.





Neus-sondes worden doorgaans als eerste gebruikt. Omdat men er vaak vanuit gaat dat sondevoeding maar voor beperkte tijd is, of een persoon te jong/zwak is voor een operatieve ingreep wordt deze methode toegepast. Het is vrij laagdrempelig, kan direct toegepast worden en kan ook snel weer verwijderd worden zonder teveel risico's. Er zijn verschillende soorten neussondes (siliconen, PUR, PVC) en de "houdbaarheid" van deze sonde is allemaal verschillend. Een siliconen sonde moet iedere 6 tot 12 weken vervangen worden, een PUR sonde moet iedere 6 weken vervangen worden en een PVC-sonde moet op wekelijkse basis vervangen worden. Deze laatste worden vaak ook alleen gebruikt bij onderzoeken of als iemand een korte tijd sondevoeding nodig heeft bijv, als men net een operatie ondergaan heeft en een paar dagen geen orale voeding mag hebben.

Als blijkt dat een sonde voor langere tijd nodig is wordt er vaak overgestapt van neussondes naar gastrostomie (of jejustomie) sondes. Dit hoeft niet! Ik ken kinderen die al jarenlang een neussonde hebben en hier de rest van hun leven mee door willen (of moeten, als een operatie te riskant of niet mogelijk is) gaan. Vaak is het echter (zeker als kinderen iets ouder worden of als het om tieners/volwassenen gaat) fijner als er geen opzichtig slangetje over je gezicht geplakt zit. Dan wordt er gekozen voor een peg-katheter, ballon-katheter of een button (ballon en non-ballon).

*kleine mededeling. Ik spreek steeds over peg-katheter hetzelfde geld voor prg-katheters. Het verschil in afkorting zit hem in de manier van plaatsing*

Een peg-katheter wordt aan de binnenkant van de maagwand gefixeerd met een plaatje (ten grote van een 1 of 2 euromunt als ik het goed heb) waardoor deze niet zomaar uit de buik getrokken kan worden. Deze katheters kunnen 1 tot 3 jaar blijven zitten (afhankelijk van het soort sonde).  
Het grote voordeel van een peg-katheter is dat hij lang kan blijven zitten en niet zomaar uit de buik kan vallen. Het grote nadeel is dat een katheter-wissel altijd operatief moet gebeuren en dat er altijd een slangetje zichtbaar is (bijv. bij het zwemmen of bij het dragen van zomerse kleding).

Buttons zijn er in vele soorten en maten. Je hebt buttons die met een ballonnetje werken en buttons die "zonder" ballonnetje werken. In principe is de werking bij beiden het zelfde. Je hebt een knopje aan een stokje, dat stokje gaat de buikwand in en als die in de buikwand geplaatst is dan stop je een aantal cc water (in noodsituaties kan er ook lucht gebruikt worden) in het speciale ventieltje op het knopje en dan wordt er in de maag of jejunum een ballonnetje opgeblazen waardoor het knopje niet uit de buik komt. Bij een "non-balloon" button wordt er alleen geen ballonnetje opgeblazen (het woord zegt het al :P ) maar moet je door "oprekken" in de maag kunnen plaatsen. Op het moment dat de button dan weer (in de maag) zijn normale vorm heeft, wordt hij verankert. (Als een soort parapluutje). Buttons hebben doorgaans een levensduur van 3 maanden.
Het grote voordeel van een button is dat je, als je niet aan de voeding gekoppeld zit, van de buitenkant bijna niks ziet zitten. Het grote nadeel is dat buttons, omdat ze niet "vast" zitten aan de maagwand, sneller gewisseld moeten worden en ook sneller per ongeluk uit de fistel kunnen komen.

Dan heb je ook nog ballonkatheters. Deze werken zoals ballon-buttons maar hebben een slangetje eraan zoals een peg-katheter. Ze hebben een levensduur van 3 tot 6 maanden.

Bij de eerste plaatsing van een sonde via de buikwand wordt er altijd gekozen voor een katheter en niet voor een button. Dit omdat de fistel nog gemaakt moet worden en je het slangetje een stukje de maag in moet kunnen duwen (het zogenoemde dompelen) om te voorkomen dat het slangetje en ballonnetje of fixatieplaatje aan de wond gaat hechten. Dit is niet mogelijk als er geen slangetje zit.

Wanneer kunnen mensen een sonde nodig hebben?

Er zijn meer dan 300 gevallen waarin sondevoeding noodzakelijk is. Waaronder:

  • prematuriteit
  • ziekte
  • zwakke slik-spieren
  • hevige voedselallergieĆ«n
  • fysieke onbekwaamheid (de onbekwaamheid om jezelf te kunnen voeden)
  • kanker (gebrek aan mogelijkheid of behoefte om te eten door de effecten van chemo/bestraling of de onmogelijkheid om te eten doordat delen van het spijsverteringsstelsel weggehaald zijn geworden ivm de kanker)
  • beroerte of hersenletsel



Hoe gebruik je een sonde.

spullen die je nodig hebt om te kunnen voeden:


  • een extentie-set (bij een button) of de sonde zelf
  • de voeding
  • spuit
  • voedingspomp
  • lijn voor de voedingspomp 

Er zijn 3 manieren met 2 verschillende methodes om sondevoeding te geven.



1) Intermitterend. Hierbij wordt er druppelsgewijs gedurende een dagdeel sondevoeding toegediend. Als je bijvoorbeeld alleen 's nachts bijvoeding krijgt dan wordt 's avonds de voeding aangesloten en druppelt deze door de nacht heen het lichaam binnen. 's Ochtends wordt het systeem afgekoppeld en wordt de sonde afgesloten. Overdag is er dan geen sondevoeding.


2) Continu. Hierbij wordt de voeding ook druppelsgewijs toegediend maar dit is dan (bijna) continu. Meestal 20 tot 24 uur in een dag.

3) Per portie/bolus. Hierbij wordt er op verschillende momenten in de dag een bepaalde hoeveelheid sondevoeding het lichaam in gebracht. Bijvoorbeeld 6 tot 8 keer per dag een portie van 250-300cc. Op deze manier kan een "normale" maaltijdcyclus worden nagebootst.

De sondevoeding kan via een voedingspomp worden gegeven. Dit is met name handig bij manier 1 en 2, maar kan ook met manier 3 worden gebruikt. Het voordeel van de pomp is dat deze heel precies druppelsgewijs de voeding het lichaam in pompt. Het nadeel is dat de pomp altijd nodig is al je sondevoeding hebt en dat je na iedere voeding (behalve bij continuvoeding) de hele lijn moet naspoelen met warm water. 


De sondevoeding kan ook via een spuit worden gegeven. Deze methode wordt doorgaans alleen bij manier 3 gebruikt. Een spuit is niet zo precies als een pomp maar als je in bolus gevoed wordt dan is de snelheid van een pomp zo hoog dat je het ook langzaam kunt inspuiten. Ook kun je gebruik maken van de zwaartekracht. Op dat moment trek je voeding op met de spuit, je bevestigt de punt van de spuit aan de sonde en je haalt de "achterkant" van de spuit los. De zwaartekracht zorgt er dan voor dat de voeding de maag in loopt. Deze methode alleen mogelijk bij sondes die in de maag uitkomen! En het is natuurlijk van belang dat je de spuit hoger houdt dan de sonde, want anders werkt de zwaartekracht niet in je voordeel en loopt alles net uit de maag ;). Het voordeel van deze methode is dat je relatief weinig spullen mee moet nemen als je ergens naartoe gaat waar je ook een voeding moet krijgen. En je hoeft geen hele lijn na te spoelen. Alleen het stukje van de spuit naar de maag hoeft maar doorgespoeld te worden. Het kost in die zin minder tijd.
Het nadeel is dat niet alle mensen op deze manier gevoed kunnen worden.



Er is vanuit onze pompleverancier een boekje gemaakt voor kinderen die sondevoeding krijgen. Als je voor het eerst als klant bij de pompleverancier komt krijg je dit boekje met een kameel-knuffel. In dit boekje wordt op een passende manier aan kinderen uitgelegd wat sondevoeding is en waarom ze het nodig hebben.

Hieronder de link naar het boekje:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten